- Unilever probeert met een juridische zet dochterbedrijf Ben & Jerry’s in het gareel te houden.
- Het ijsmerk wil met een rechtszaak de verkoop van de Israëlische tak stoppen en voorkomen dat Ben & Jerry’s op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever wordt verkocht.
- Unilever heeft een Amerikaanse rechter gevraagd de rechtszaak te verwerpen, omdat het bestuur van Ben & Jerry’s niet bevoegd zou zijn deze te voeren.
- Lees ook: Waarom het iconische ijsmerk Ben & Jerry’s een hoofdpijndossier is geworden voor Unilever
Levensmiddelenconcern Unilever heeft een Amerikaanse rechter gevraagd om een rechtszaak van dochterbedrijf Ben & Jerry’s over de verkoop van de Israëlische divisie, te verwerpen. Het activistische ijsmerk wil met de rechtszaak voorkomen dat Ben & Jerry’s-ijs wordt verkocht op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever.
Dat Ben & Jerry’s ‘hardnekkig partij kiest’ in het Israëlisch-Palestijnse conflict, geeft het bestuur van het dochterbedrijf niet de bevoegdheid de verkoop te stoppen of er een rechtszaak over aan te spannen, zo luidt het argument van Unilever in rechtbankdocumenten.
In een aanklacht die vrijdag werd ingediend bij een federale rechtbank van Manhattan voert Unilever aan dat het bestuur van Ben & Jerry’s ‘geen gewoon bestuur’ is.
Het heeft enige verantwoordelijkheid om de sociale missie van het merk te waarborgen, zoals is vastgelegd in de aandeelhoudersovereenkomst uit 2000, toen Unilever het merk kocht. Maar het bestuur van Ben & Jerry’s kan niet procederen, aldus Unilever.
Volgens Ben & Jerry's is de verkoop van de Israëlische tak juist in strijd met de overeenkomst uit 2000 en met de sociale missie van het bedrijf, bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten. Het bestuur van het dochterbedrijf vindt dat de integriteit van het merk wordt aangetast als de Israëlische divisie wordt verkocht en de ijsverkoop in de bezette gebieden doorgaat.
Ben & Jerry's haalde zich in Israël de woede van veel Israëliërs op de hals door aan te kondigen geen ijs meer te willen verkopen in de Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied.
Unilever kondigde vervolgens aan de Israëlische activiteiten van Ben & Jerry's aan de lokale licentiehouder Avi Zinger over te doen. Deze deal maakt het mogelijk om het ijs te blijven verkopen op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever.
Ben & Jerry's producten worden al meer dan drie decennia in Israël verkocht, maar het bedrijf zei in juli vorig jaar dat de verkoop op de Westelijke Jordaanoever niet strookt met zijn waarden. De Joodse oprichters van het merk Ben Cohen en Jerry Greenfield verdedigden de beslissing van het bestuur met een opiniestuk in The New York Times, waarin ze aanvoerden dat het merk altijd voor vrede pleit en dat de bezetting door Israël vrede in de weg staat. Ze benadrukten dat het merk niet anti-Israël of antisemitisch is.
Eerder verwierp een rechter het verzoek van Ben & Jerry's om deze verkoop onmiddellijk stop te zetten. Het bestuur van het ijsmerk benadrukte later dat de producten die Zinger maakt niet verward mogen worden met de producten die Ben & Jerry's produceert.